Zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining
De pedagogisch medewerkers helpen en stimuleren het kind bij het zindelijk worden, maar het kind zal het uiteindelijk zelf moeten leren. Ieder kind heeft hierin zijn eigen tempo. Het kind moet er gevoelsmatig aan toe zijn. Om zindelijk te kunnen worden, moeten kinderen iets kunnen begrijpen, iets willen en iets kunnen. Zo moeten ze kunnen voelen wanneer ze een plasje moeten doen, ze moeten begrijpen waar het potje voor dient en ze moeten op het potje willen zitten. Binnen Minerva Kids volgen wij het tempo van het kind en dwingen wij nooit. Een kind is gemiddeld pas tussen zijn derde en vierde jaar overdag zindelijk. ’s Nachts kan het dan nog wat langer duren, tot wel het vijfde tot zevende jaar. Ronde het 5e jaar zijn de meeste kinderen zowel ’s nachts als overdag zindelijk.
Peuters imiteren graag het gedrag van anderen. Dus als een kind interesse heeft, gaat het in de eerste plaats mee naar de toiletten tijdens de toiletronde. Wanneer het kind daar interesse voor heeft, mag hij of zij op het potje zitten. Dit zal dan dagelijks herhaald worden tot het kind toe is aan de volgende stap, bijvoorbeeld een plas doen op het potje of op het toilet zitten. Het kind bepaalt in deze. Wanneer het kind een (al is het maar een klein) stapje in de goede richting zet, wordt dit stapje beloond door een compliment en positieve benadering van de pedagogisch medewerker. Als een kind echt al gaat oefenen met plassen op het toilet, wordt er gebruik gemaakt van een stickerkaart om dit te belonen.
Wanneer het kind thuis al regelmatig op het toilet plast, kan het zijn dat het kind dit bij de opvang nog niet doet. Dit kan te maken hebben met verschillende factoren: het kind denkt er niet aan, is druk aan het spelen en het kan zijn dat het kind zich nog niet vertrouwd genoeg voelt. In dat geval zullen wij met de ouders overleggen, dat het kind bij de opvang nog niet toe lijkt te zijn aan het zindelijk worden en stellen wij voor om dit even uit te stellen.

Verschonen van luiers
Bij Minerva Kids hechten wij veel waarde aan de verschoningsmomenten met de jonge kinderen. Wanneer zij een schone luier krijgen, is er direct een moment van contact en interactie met het kind. Voordat wij een kind gaan verschonen, wassen wij onze handen in verband met hygiëne. Ook na de verschoning wassen wij onze handen. Het aankleedkussen wordt na iedere verschoning schoongemaakt met allesreiniger en een tissue. Wanneer er bij het kind sprake is van diarree, maken wij het aankleedkussen schoon met alcohol 70%. In dit geval gebruiken we ook wegwerphandschoenen bij de verschoning.
Sommige kinderen zijn erg gevoelig voor luieruitslag. De urine maakt het huidje week, waardoor het sneller stukgaat. We dragen er zorg voor dat de kinderen regelmatig worden verschoond. Wanneer er ontlasting in de luier zit, wordt een kind direct verschoond. Wanneer er rode billetjes zijn ontstaan, smeren wij deze in met Sudocrème.