INTERACTIEF VOORLEZEN
Door alleen een boek voor te lezen, bereik je deze doelen nog niet. Je wilt namelijk dat het kind actief betrokken is en misschien zelfs meedoet. Dit kan al op zeer jonge leeftijd. Door middel van interactief voorlezen betrek je kinderen meer. Kinderen krijgen zelf een rol in de activiteit en worden gemotiveerd om actief mee te doen. Hierdoor gaat de taal een veel grotere rol spelen bij het kind zelf. Daarnaast kun je met activiteiten meer aansluiten op de behoeften en voorkeuren van het kind. Niet ieder kind kan bijvoorbeeld een heel boek lang stil zitten, maar dat hoeft hierbij ook helemaal niet!
1 PRAAT OVER HET BOEK
Een hele goede manier voor interactief voorlezen is om te praten over het boek. Bekijk eerst eens de voor- en achterkant van het boek. ‘Wat is hier allemaal te zien?’. Misschien kun je proberen om samen te voorspellen waar het boek over gaat. Tijdens het lezen kun je stoppen bij moeilijke woorden of na een langer stuk tekst. Hier stel je dan vragen over. Je kunt bijvoorbeeld terugblikken naar wat er gebeurde of juist vragen wat er nu zou gaan gebeuren. Wijs hierbij ook telkens naar de plaatjes, zodat kinderen (lastigere) woorden kunnen koppelen aan een beeld.
2 SPEEL MET JE KIND
Spel is een heel fijn middel voor kinderen om taal te gebruiken. Ter ondersteuning kun je bijvoorbeeld handpoppen of kleine poppetjes gebruiken. Je kunt de handpop gebruiken om te praten over het boek of je kunt het verhaal uitspelen met de poppetjes. Laat na afloop het boek en de voorwerpen bij het boek een weekje staan, zodat je kind hier zelf mee kan spelen.
Je kunt ook samen een stukje toneelspelen. Als de heks in het boek ‘Hennie de Heks’ een toverdrank maakt, maak dan samen (echt of gefantaseerd) ook een toverdrank. Gebruik hierbij veel taal door alles te benoemen wat je doet. Ook een erg leuk boek om uit te spelen is ‘Wij gaan op berenjacht’.
Je kunt ook spelletjes gebruiken om taal te oefenen. Doe na een boek over dieren bijvoorbeeld een spelletje dierenlotto of memorie (wel het kind de woorden laten benoemen!)
3 MUZIEK / TELEVISIE
Houdt je kind van zingen? Zoek dan een liedje op (op YouTube bijvoorbeeld) over het thema van het boek. Leer bijvoorbeeld samen na een boek binnen het thema verkeer het liedje ‘De wielen van de bus’. In veel liedjes rijmen woorden, waardoor het voor kinderen makkelijker is om deze woorden te onthouden.
Moe na het voorlezen? Zoek op de website van SchoolTV naar een filmpje dat aansluit bij het thema van het boek. Een boek gelezen over winter en sneeuw? Kijk de aflevering van Huisje Boompje Beestje ‘Een witte wereld’.
4 CREATIEF
Is je kind creatief? Maak samen een tekening of knutselwerkje na het lezen van het boek.
